David liet voor zichzelf een paleis bouwen in de Davidsburcht en maakte voor de ark van God een plaats gereed door er een tent voor te laten oprichten. Daarna verklaarde hij dat alleen de Levieten de ark van God mochten dragen, want hen had de HEER aangewezen om Zijn ark te dragen en Hem voor altijd te dienen. Vervolgens liet hij heel Israël in Jeruzalem bijeenkomen om de ark van de HEER over te brengen naar de plaats die hij in gereedheid had gebracht. Hij riep de nakomelingen van Aäron en de Levieten bijeen:

uit de familie van Kehat:

honderdtwintig man onder leiding van Uriël; uit de familie van Merari:

tweehonderdtwintig man onder leiding van Asaja; uit de familie van Gerson:

honderddertig man onder leiding van Joël; uit de familie van Elisafan:

tweehonderd man onder leiding van Semaja; uit de familie van Chebron:

tachtig man onder leiding van Eliël; uit de familie van Uzziël:

honderdtwaalf man onder leiding van Amminadab.

David ontbood de priesters Sadok en Abjatar en de Levieten Uriël, Asaja, Joël, Semaja, Eliël en Amminadab en zei tegen hen:

‘U bent de hoofden van de Levitische families. U en uw verwanten moeten zich heiligen en de ark van de HEER, de God van Israël, overbrengen naar de plaats die ik in gereedheid heb gebracht. Want omdat u er de vorige keer niet bij was, is de HEER tegen ons uitgebarsten. Wij hadden toen Zijn aanwijzingen niet nauwkeurig opgevolgd.’ De priesters en de Levieten heiligden zich om de ark van de HEER, de God van Israël, over te brengen. De Levieten droegen de ark van God, zoals Mozes het in opdracht van de HEER heeft voorgeschreven, met draagbomen op hun schouders. Verder beval David de hoofden van de Levitische families diegenen van hun verwanten te laten aantreden die met luide stem, onder begeleiding van muziekinstrumenten, van harpen, lieren en cimbalen, vreugdeliederen konden zingen. De Levieten lieten Heman, de zoon van Joël, aantreden, en zijn verwanten Asaf, de zoon van Berechja, en Etan, de zoon van Kusajahu uit de familie van Merari.

Loading

Lees ook deze Berichten:

1 Kronieken 29:21-30 David draagt zijn taken over ...
1 Kronieken 6:47-66 Afstammelingen van Levi; hun t...
1 Kronieken 11:1-9 David wordt tot koning van Isra...
1 Kronieken 20:4-8 Heldendaden tegen het reuzenges...
1 Kronieken 9:2-16 De inwoners van Jeruzalem na de...
1 Kronieken 13:1-14 De ark opgehaald uit Kirjat-Je...
1 Kronieken 22:13-19 Voorbereidingen voor de tempe...
1 Kronieken 29:10-20 David draagt zijn taken over ...
1 Kronieken 24:1-19 Indeling van de priesters
1 Kronieken 17:1-14 Toezeggingen over de voortzett...
1 Kronieken 11:10-22 Davids helden 1
1 Kronieken 19:1-9 Oorlog tegen de Ammonieten en d...
1 Kronieken 20:1-3 Oorlog tegen de Ammonieten en d...
1 Kronieken 25:1-7 De zangers 1
1 Kronieken 21:14-24 De volkstelling 2
1 Kronieken 9:35-44 Stamboom van Saul
1 Kronieken 6:24-46 Afstammelingen van Levi; hun t...
1 Kronieken 8:29-40-9:1 Afstammelingen van Benjami...
1 Kronieken 29:1-9 David draagt zijn taken over aa...
1 Kronieken 7:6-13 Afstammelingen van Benjamin en ...
1 Kronieken 7:14-29 Afstammelingen van Manasse en ...
1 Kronieken 1:28-54 Afstammelingen van Abraham
1 Kronieken 21:25-30-22:1 De volkstelling 3
1 Kronieken 23:1-20 Indeling en taken van de Levie...
1 Kronieken 5:1-17 Afstammelingen van Ruben, Gad e...
1 Kronieken 26:29-32 De schatbewaarders, rechters ...
1 Kronieken 6:1-23 Afstammelingen van Levi; hun ta...
1 Kronieken 4:24-43 Afstammelingen van Simeon
1 Kronieken 2:46-55 Afstammelingen van Juda 3
1 Kronieken 26:12-19 De poortwachters 2
1 Kronieken 26:1-11 De poortwachters 1
1 Kronieken 9:28-34 De inwoners van Jeruzalem na d...
1 Kronieken 4:1-14 Andere afstammelingen van Juda ...
1 Kronieken 27:1-12 Indeling van de overige Israël...
1 Kronieken 5:18-26 Afstammelingen van Ruben, Gad ...
1 Kronieken 1:1-27 De generaties van Adam tot Abra...
1 Kronieken 28:1-10 David draagt zijn taken over a...
1 Kronieken 7:30-40 Afstammelingen van Aser
1 Kronieken 16:25-43 De ark feestelijk ingehaald i...
1 Kronieken 12:24-41 Davids aanhangers 3
1 Kronieken 26:20-28 De schatbewaarders, rechters ...
1 Kronieken 14:1-7 David vestigt zich in Jeruzalem
1 Kronieken 7:1-5 Afstammelingen van Issachar
1 Kronieken 16:1-24 De ark feestelijk ingehaald in...
1 Kronieken 27:13-24 Indeling van de overige Israë...
1 Kronieken 11:23-47 Davids helden 2
1 Kronieken 12:19-23 Davids aanhangers 2
1 Kronieken 24:20-31 Indeling van de overige Levie...
1 Kronieken 10:1-14 Sauls dood
1 Kronieken 2:1-23 Afstammelingen van Juda 1
1 Kronieken 4:15-23 Andere afstammelingen van Juda...
1 Kronieken 5:27-41 Afstammelingen van Levi; hun t...
1 Kronieken 25:8-31 De zangers 2
1 Kronieken 22:2-12 Voorbereidingen voor de tempel...
1 Kronieken 17:15-27 Toezeggingen over de voortzet...
1 Kronieken 3:1-24 Afstammelingen van David
1 Kronieken 21:1-13 De volkstelling 1
1 Kronieken 2:24-45 Afstammelingen van Juda 2
1 Kronieken 27:25-34 Indeling van de overige Israë...
1 Kronieken 18:1-13 Davids overwinningen
1 Kronieken 15:18-29 De ark feestelijk ingehaald i...
1 Kronieken 19:10-19 Oorlog tegen de Ammonieten en...
1 Kronieken 9:17-27 De inwoners van Jeruzalem na d...
1 Kronieken 12:1-18 Davids aanhangers 1
1 Kronieken 28:11-21 David draagt zijn taken over ...
1 Kronieken 8:1-28 Afstammelingen van Benjamin 1
1 Kronieken 14:8-17 Twee aanvallen van de Filistij...
1 Kronieken 23:21-32 Indeling en taken van de Levi...
1 Kronieken 18:14-17 Davids ambtenaren
0Shares